De Spoorlijn
De museumtramlijn rijdt op een deel (ca. 7 km) van de oorspronkelijk 120 km lange, voormalige Haarlemmermeerspoorlijn. De Hollandsche Electrische Spoorweg Maatschappij, opgericht op 6 mei 1898, exploiteert verbindingen naar Nieuwersluis, Aalsmeer, Alphen aan den Rijn, Haarlem en Leiden. Het eerste gedeelte wordt op 2 augustus 1912 geopend, tussen Haarlem en Aalsmeer en van Hoofddorp naar Leiden (Herensingel). De stoomtreinen vanaf het station Willemspark naar Amstelveen, Uithoorn en Aalsmeer gaan op 1 mei 1915 rijden. De vier kopstations Haarlemmermeerstation, station Leiden Herensingel (gesloopt), Aalsmeer en Ter Aar zijn statige gebouwen.
De spoorlijnen zijn nooit geëlektrificeerd. Pas met de komst van de museumtramlijn wordt bovenleiding aangebracht. De stations en haltes zijn ver van de bewoonde kernen én de autobus is in opkomst, waardoor al in 1936 het verval intreedt. Het volledige net houdt zelfs geen achttien jaar stand. De laatste personentrein van het Haarlemmermeerstation via Amstelveen, Uithoorn, Mijdrecht en Vinkeveen naar Utrecht rijdt op 2 september 1950. Het goederenvervoer (vooral kolen) gaat door tot 28 mei 1972.
De spoorlijn via Uithoorn is van 1976 tot 1981 gebruikt voor de aanvoer van materieel voor de Schiphollijn. Bij het Jollenpad is dan onder de A10 een verbindingsboog aangelegd met hierin een speciale kruising voor de museumtrams. Na realisatie van de aansluiting bij Leiden is de kruising verwijderd.
Een tram en een trein lijken op dezelfde rails (1435 mm normaalspoor) te kunnen rijden, maar door een afwijkend wielprofiel kan een tram niet over een treinwissel rijden. Op de museumtramlijn zijn de hartstukken van de spoorwissels aangepast aan het tramprofiel. De museumtrams rijden aanvankelijk niet verder dan het Jollenpad.
Filmpje opgenomen in 2023, op de route Karperweg (Remise) naar de Parklaan (tijdelijk eindpunt).
De Haarlemmermeerspoorlijnen hebben oorspronkelijk aansluiting op het landelijke spoornet in Leiden, Haarlem, Nieuwersluis en in Alphen aan den Rijn, in de zomer zijn er doorgaande treinen naar Zandvoort. De baanvaksnelheid ligt op 30 km/h.
De vervallen spoorlijn van Alphen aan den Rijn tot Uithoorn is nu provinciale weg N231, hier rijdt u langs stations Aarlanderveen, Nieuwveen en langs een brugwachterswoning. De spoorlijn van Roelofarendsveen naar Leiden is thans provinciale weg N445. De spoorlijn komt niet in Roelofsarendsveen maar volgt vanaf Nieuwe Wetering een kilometer van het tracé van de huidige hogesnelheidslijn (HSL). De provinciale weg N201 (gedeeltelijk N196) tussen Mijdrecht, Uithoorn en Aalsmeer ligt naast het oude baanvak. Vanaf Aalsmeer tot Mijdrecht is een busbaan aangelegd exact over het oude spoortraject! Na Bovenkerk rijdt de sneltram in Amstelveen Westwijk op het voormalige spoor en eindigt bij spoorwoning 38.
Op 20 september 1975 rijdt de eerste museumtram tot de viaducten van de A10, vier jaar later naar het Jollenpad. Vanaf 1981 rijden de elektrische trams door naar de Kalfjeslaan en in 1983 wordt de museumtramlijn verlengd naar station Amstelveen. De keerlus bij het Haarlemmermeerstation nemen we op 5 april 1987 in gebruik, zodat modernere eenrichtingstrams op onze lijn kunnen rijden. Op 25 april 1997 bereiken we het huidige eindpunt Bovenkerk. De verlenging naar Bovenkerk is pas in 1997 klaar, doordat de financiering van de bovenleiding en de aanleg van de keerdriehoek veel tijd in beslag namen.
Het traject is enkelsporig en er zijn, behalve op de eindpunten, nog vier plaatsen waar de trams elkaar kunnen passeren. Die wisselplaatsen zijn bij het Jollenpad (Zuiderhof), de Van Nijenrodeweg, de Kalfjeslaan en station Amstelveen. Dit laatste punt waar kan worden gekruist is voorlopig verlegd naar de tijdelijke eindhalte Parklaan, net ten noorden van de rijksweg A9.